Een wandeling over de Rooms Katholieke begraafplaats Zijlpoort in Leiden

Zonder dat ik het zelf weet ben ik vanaf mijn geboorte door mijn vader en moeder meegenomen naar de begraafplaats Zijlpoort in Leiden. Ik ben zelf in de zomer van 1987 geboren, het bleek een mooie zomer, ‘lekker warm’ zeggen mijn pa en ma. Zodoende werd de wandelwagen daar neergezet met mij en mijn knuffel erin.

De entree van begraafplaats Zijlpoort te Leiden

Mijn vader had een baan op de begraafplaats, hij maakte de graven en zorgde ervoor dat deze Leidse begraafplaats er netjes uitzag. Mijn opa en oma woonden in het huis aan de voorkant van deze begraafplaats.

De brug die de begraafplaats met het Blekerspark verbindt was er in die tijd nog niet. Toentertijd stonden er twee fraaie perenbomen, die ieder jaar vol zaten met peren. Mijn vader klom dan in de boom om te schudden zodat opa, oma, mijn moeder en mijn tante de peren konden opvangen. Oma kookte de peren en daarna konden wij er nog maanden van genieten.

Van horen zeggen heb ik begrepen dat het een vrijstaand huis met een enorme oprijlaan was, midden in het centrum van Leiden. De stalen poort aan de Haven ging iedere avond op slot. De Haven was een doorgaande weg. Auto’s en fietsers reden nog om de Zijlpoort heen, de brug over richting de Zijlsingel. Als je er nu komt kun je met je fiets onder de poort door rijden. Auto’s zullen moeten keren en terugrijden in de richting van de Haarlemmerstraat.

Kapel entree met beeld Petrus met sleutel hemelpoort

Tegenwoordig maakt de entree van de begraafplaats Zijlpoort onderdeel uit van “Het Singelpark”, een 6,5 kilometer lang stadspark in de vorm van een rondje. Een prachtige wandelroute, zonder begin- en eindpunt.

Op de een of andere manier voelt het als thuiskomen wanneer ik de begraafplaats oprij. Door het grote hek met doodskoppen en de zandloper met vleugel erop. Naast de aanbouw van het tegenwoordige restaurant Brasserie De Poort zijn er een paar plaatsen waar ik mijn fiets kan neerzetten.

Nadat ik deze op slot heb gezet loop ik door het tweede hek waar links eerst het woonhuis staat en daaraanvast de kapel. Ik kijk naar boven en zie het beeld van Petrus met in zijn hand de sleutel voor het openen van de hemelpoort.

Ik kom graag in deze kapel, het is er wat donker en daardoor ook wel spannend voor me. Ik heb daar in mijn jonge jaren met neefjes en nichtjes van mijn vaders kant veel verstoppertje gespeeld. Je kon er een trap op, herinner ik mij, waar een orgel staat. Als 3-jarige heb ik daar regelmatig mijn muzikale kunsten op vertoont. Het zal niet best geweest zijn, maar dat was op die leeftijd niet belangrijk.

Nu zie ik de schilderijen aan de wanden van de kapel, de kruistochtstatie hangt er, een collectie van 14 schilderijen. Als kind vond ik die schilderijen helemaal niets maar nu kan ik ervan genieten. Aan het einde van de kapel bevindt zich het altaar waar ik als kind al hele verhalen aan een lege kapel heb verteld. Ik had dat voorrecht omdat mijn opa en oma daar 10 jaar hebben gewoond. Ik was 3 jaar oud toen ze er weggingen.

Verrijzenisbeeld Baarhuisje Rooms-Katholieke begraafplaats Zijlpoort Leiden
Links het Verrijzenisbeeld en rechts het Baarhuisje

Ik loop de kapel uit en zie een opgeknapt beeld recht voor mij verschijnen, het verrijzenisbeeld. Dan kijk ik naar links, mijn opa en oma vertelden mij dat daar het baarhuisje stond. Deze grenst aan de kapel. Ik vermoed dat in het verleden daar de overledenen werden opgebaard voordat ze werden begraven. Tegenwoordig is het een kantine voor de medewerkers en de vrijwilligers die op de begraafplaats werken. Ik sta er even stil bij en moet denken aan de volgende anekdote van mijn vader.

In de tijd dat mijn vader op de begraafplaats werkte werd het baarhuisje altijd als gereedschapshok gebruikt. Hier lagen dure machines en spullen voor het tuinonderhoud zoals maaimachines, schoffels en harken. Natuurlijk ook het hout dat mijn vader gebruikte om een gemaakt graf te stutten. Hij moest de deur altijd achter zich dichttrekken.

Op een zomerse dag was hij aan het schoffelen en het onkruid aan het verwijderen terwijl er onweerswolken aankwamen en de lucht – volgens hem – bijna zwart werd. Hij zei dat hij dat toen niet zo in de gaten had gehad. Het onweer en een enorme hoosbui barste los. Hij rende, hij was toen nog sportief, in een spurt naar het baarhuisje. Op zoek naar zijn sleutel om naar binnen te gaan ging de deur plotseling zachtjes voor hem open en kon hij zo naar binnen rennen. Dat deed hij dan ook. Hij bleef rennen, na de deur achter zich te hebben dichtgegooid, de bestuurskamer in, naar de kapel en naar het huis waar mijn opa en oma woonden. Met hartkloppingen is hij gaan zitten om bij te komen. Hij wist zeker dat hij de deur op slot had gedaan. Zoiets gebeurt op een begraafplaats en dan nemen natuurlijk de gedachten meteen de vrije loop.

Wie weet als zij niet hun best hadden gedaan… was deze begraafplaats er dan nog wel geweest?

Ik ga het hoofdpad van de begraafplaats op en zie rechts de graven die wij familiegraven noemen. Ik ga de trap op en loop langs de grafmonumenten, natuursteen, glas… er staat van alles. Lopend over het pad herinner ik mij het verhaal dat mijn vader een graf moest maken in de eerste winter met een Elfstedentocht na 1963. Het was op 26 februari 1986. Er zat hal (vorst) in de grond, tot ongeveer 60 cm diep, en mijn vader had geen goede voorbereidingen getroffen. Toen het licht werd is hij direct begonnen. Het vroor die dag 12 graden en mijn vader had meerdere truien, lang ondergoed en een dikke jas aan. Na een uur ging hij bij mijn oma klagen dat het hem niet zou lukken om met deze vorst een graf te maken. Het schoot niet op. Met een pikhouweel, een groot stootijzer en een voorhamer is hij aan de slag gegaan.

Op een gegeven moment stond hij in zijn T-shirt te hakken zo warm had hij het en ondanks de kou droop het zweet van hem af. Uiteindelijk had hij toen het donker werd een gat van 20×20 cm. gemaakt. Nu dekte hij het gat wel goed af. De volgende dag kon hij het graf afmaken. Houten bekisting om het zand tegen te houden had hij de eerste 60 cm niet nodig. De vorst hield het zand bij elkaar. Achteraf hoorde ik van hem dat het geen net uitgegraven graf was maar de overledene kon erin begraven worden en door het aankleden van de buitenkant van het graf kon niemand het zien. Aan deze kant liggen ook nog graven die vlak voor de sluiting in 1969 zijn uitgegeven. Aan de andere kant van de gemetselde muur stond vroeger het bottenhuisje.

Gedenktekens professor dr Keesom Professor Schrant blog Rooms-Katholieke begraafplaats Zijlpoort Leiden
Gedenktekens van Professor dr. Keesom (links) en Professor Schrant (rechts) op de Rooms-Katholieke begraafplaats Zijlpoort Leiden

Op 19 november 1828 is de begraafplaats ingewijd en hield Pastor Tomas er een preek. Eind 18e eeuw werd bepaald dat er vanaf 1 januari 1829 geen begrafenissen meer mochten plaatsvinden in kerken, en alleen nog buiten de stad. In 1969 is het laatste graf uitgegeven op de begraafplaats Zijlpoort en toen mijn opa en oma er in 1980 kwamen te wonen was de begraafplaats erg vervallen. Er vonden nog begrafenissen plaats, maar alleen in familiegraven waar nog grafrechten voor waren betaald. Medewerkers van de begraafplaats Rhijnhof in Leiden kwamen dan het graf openmaken en legden alles klaar zodat er een begrafenis kon plaatsvinden. Mijn oma maakte de kapel schoon en het stuk naar het graf werd zo goed als het kon schoongemaakt, bladeren opruimen en onkruid weg. Mijn oma was in dienst bij de stichting die de begraafplaats beheerde. Vanaf het eerste moment hebben mijn opa en oma, samen met het bestuur van de begraafplaats, geprobeerd de begraafplaats opnieuw open te stellen. Uiteindelijk is er afgesproken dat vanaf 1 januari 1986 er weer begraven kon worden. De eerste vraag kwam al in november 1985. Binnenkort gaat de begraafplaats toch open waarom dan niet nu al? Het bestuur gaf toestemming en zo werd de begraafplaats weer in ere hersteld. In plaats van ongeveer 8-10 begrafenissen per jaar werden dat er ongeveer 40. Mijn vader werd door het bestuur aangenomen voor alle voorkomende werkzaamheden op de begraafplaats. De begraafplaats werd opgeknapt, er kwamen paden, nieuwe akkers werden aangelegd voor familiegraven en er werd een deel geruimd zodat daar voldoende plaats was om begrafenissen te laten plaatsvinden. Beetje bij beetje knapte de begraafplaats op.

Calvarie beeld op begraafplaats Zijlpoort te Leiden

Ik loop langs de urnentuin naar het deel waar nu plaats is voor nieuwe graven. Er is voldoende capaciteit om begrafenissen te laten plaatsvinden. Een opvallende grafsteen is die van Professor J.M. Schrant , geschonken door zijn vrienden. Hij is  overleden in 1853. Professor Schrant was hoogleraar in de geneeskunde.

Links daarvan zijn de priestergraven met achter het oudste Priestergraf de Calvarie, een symbolische voorstelling van Jezus aan het kruis geflankeerd door Maria en de apostel Johannes. Deze beelden waren helaas door vandalisme vernield maar zijn destijds prachtig gerestaureerd en de pronkstukken van de begraafplaats. Ik loop door naar het graf van Professor Dr. Keesom, ik wil even kijken hoe het erbij ligt.

Op dit moment zijn wij bezig het gedenkteken te restaureren. Professor Keesom was vanaf 1900 assistent van Kamerlingh Onnes. In 1924 volgde hij Heike Kamerlingh Onnes (die laatste ligt begraven bij de Dorpskerk in Voorschoten) op als directeur van het natuurkundig laboratorium. Op 7 maart 1956 is hij begraven op de begraafplaats Zijlpoort in Leiden.

kinderhofje blog Rooms-Katholieke begraafplaats Zijlpoort Leiden
Het Kinderhofje

Ik loop verder en zie het baarhuisje weer links van mij liggen. Naast het baarhuisje bevinden zich de kindergraven.

Ik word er stil van en krijg kippenvel bij het zien van de hoeveelheid graven. Dit zijn graven waarvan de kinderen zijn gedoopt. Als je niet was gedoopt als lid van de Katholieke kerk, mocht je niet op de begraafplaats worden begraven. Dan werd je achter de heg begraven, uit het zicht en in een anoniem graf.

Bij veel moeders was er schaamte dat haar kind het niet had overleefd. Kinderen werden in die tijd bij de moeders weggehaald en werden begraven op plaatsen die de moeders niet wisten. Broertjes en zusjes van deze doodgeboren kinderen kregen vaak pas veel later van hun moeder (vaak vlak voor het overlijden) te horen dat ze nog een broertje of zusje hadden. De Katholieke kerk noemde dit: ‘Aan de rand van de hel, in het voorgeborchte der kinderen’. Zo meenden katholieken in vroegere tijden dat de zielen van gestorven ongedoopte kinderen daar zouden verblijven.

Gelukkig is er nu een andere gedachte en zijn er op meerdere Katholieke begraafplaats herinneringsmonumenten opgericht voor deze kinderen.

rode beukenbomen Rooms Katholieke-begraafplaats Zijlpoort LeidenIk loop naar de buitenkant van de begraafplaats, richting het water, van de Singel, en kom op dit deel bijzondere grafmonumenten tegen. Op het laatste deel liggen de zustergraven, vlak voor de heg. Binnen een uur heb ik de hele begraafplaats gezien. Mocht je zelf een wandeling op de begraafplaats Zijlpoort willen gaan maken dan wil ik je nog graag twee dingen meegeven:
Er staat een prachtig bronzen beeld van Frans Verhaak uit 1953, De Piëta. Ter ere van het 125-jarig bestaan van de begraafplaats en in het midden van de begraafplaats staan 2 mooie rode Beukenbomen. Mijn advies, ga wanneer deze bomen vol in blad staan en het een beetje waait eronder staan met je ogen dicht. Ik heb geluk dat het rustig is op de begraafplaats, het waait een klein beetje en ik ga eronder staan. Met mijn ogen dicht en het is net alsof ze tegen me fluisteren. Ik kom helemaal tot rust.

 

Elkie Haasnoot Twan Marcelis blog Keuzenkamp & Marcelis gedenktekens
Elkie samen met haar vader en haar opa op de begraafplaats in 1988

Ik ben trots op mijn opa en oma die, volhardend als ze zijn, de begraafplaats Zijlpoort hebben kunnen heropenen. Daardoor kon ik deze wandeling maken.

Wie weet als zij niet hun best hadden gedaan… was deze begraafplaats er dan nog wel geweest?

Heb je na het lezen van mijn verhaal nog vragen? Neem gerust contact met ons op!

— x —

elkie en keesjan haasnoot
Elkie en Keesjan Haasnoot

Deze blog (en de eerdere blogs) zijn  geschreven door Elkie Haasnoot, hier op de foto met echtgenoot Keesjan. Beiden zijn eigenaar van het familiebedrijf Keuzenkamp & Marcelis Gedenktekens sinds 1890 en weten dus uit eigen ervaring hoe het is om een dierbare te verliezen. 

Ervaring leert dat een gedenkteken op een bijzondere plek om – iemand die ontvallen is – te kunnen bezoeken zeer waardevol is. Het kan zijn dat je het grafmonument van een overleden geliefde of vriend(in) regelmatig bezoekt.. of wellicht zo nu en dan. Desalniettemin is het vaak de wens om het netjes en mooi te houden.  Elkie en Keesjan kunnen u daarbij als geen ander adviseren.